Q-SOME BIG BAND - DREAMIN’

Ik weet bij benadering niet meer hoe vaak ik al de lof gezongen heb van ons muziekonderwijs en nog minder besef ik hoezeer ik verknocht ben geraakt aan de jonge generatie jazzmuzikanten, die ons de jongste paar decennia gegund zijn. Het loopt hier werkelijk vol supergetalenteerde jonge dames en heren, die, bovenop hun talent, ook van dat onderwijs hebben genoten en daar dingen uit meenemen, waar je alleen maar erg blij en tegelijk hyper-jaloers kunt van zijn. Neem nu de Q-some Big Band: een in ledenaantal niet geheel afgelijnde troep jonge muzikanten, waar doorgaans zo’n anderhalf dozijn mensen deel van uitmaken, die haar ontstaan en kernwerking in Mechelen heeft liggen. De stad Mechelen omarmde het gezelschap al een tijdje geleden en stelde wat werkingsmiddelen en infrastructuur ter beschikking, maar belangrijker dan dat, is de cultuur, die op dat vlak de jongste jaren heeft kunnen groeien. Ik heb zelf een dik dozijn jaren in de Dijlestad gewerkt en durf weleens al grappend te zeggen dat je daar, aan het eind van de jaren ’80, rustig om zes uur ’s avonds in je blote kont op de Grote Markt kon rondlopen, zonder dat iemand je gezien had. Dat is vandaag wel even anders en de uitdijende jazz-scene is van die fijne evolutie een heel fraaie emanatie. Mechelen ademt vandaag weer jazz en de dames en heren van Q-some Big Band dragen daar in niet-geringe mate aan bij.

Drijvende kracht is artistiek leider en trombonist Manten Van Gils, die ook het leeuwendeel van de composities voor zijn rekening neemt. In de zogeheten Q-Some Composer Hub krijgt hij het gezelschap van gitarist Gabriele di Franco bekend van o.m. zijn werk bij LOD ,Trompettist Pierre-Antoine Savoyat, Fransman van afkomst, maar Brusseleir van toekomst en pianist Robbe Willems, gevormd in Leuven en Antwerpen en stilaan onderweg om de internationale toer op te gaan. Vanuit de rugzakjes van die vier heren, komen allerlei erg lekkere ingrediënten, die zowel uit de heuse brassband^traditie als de jazz komen maar even goed toefjes klassiek en filmmuziek bevatten. Dat creëert veel bijkomende mogelijkheden die, zo blijkt uit deze debuutplaat, met het aanwezige talent vaan de band, exponentieel uitgespeeld kunnen worden. Ik zie bij de saxen de naam van Dieter Vaganée staan…in Mechelen staat die naam symbool voor sax en jazz. Ik lees “Marjan van Rompay” en ik denk terug aan een fijn JazzLab-concertje van een paar jaar geleden; Arthur Hirtz…nof een Fransman, die van Brussel zijn tweede thuis heeft gemaakt en in menige formatie aan te treffen valt; Tobias Volckaert, met wie ik vijf of zes jaar geleden mocht kennismaken in de Brusselse Markten, bassist Wim Ramon, die ik met Daithi Rua bezig zag…het zou me werkelijk iets te ver leiden om elk van de leden een apartje te geven, hoewel ze dat stuk voor stuk verdienen. Eén uitzondering maak ik toch nog voor nog iemand met zo’n op en top Mechelse naam: zangeres Dunja Mees laat fraaie, maar te korte dingen horen in “Blues for F”.

Je zou durven vrezen dat zoveel componisten en zoveel muzikanten weleens een beetje chaos zouden durven veroorzaken, maar laat ik u geruststellen: zelden zoveel muzikanten zo homogeen horen samenspelen. Dat heeft te maken met de kwaliteit van de composities, zeer zeker, maar ook de strakke leiding en de ingebakken speelsheid maken dat dit kleine uurtje hedendaagse big bandmuziek, geen seconde verveelt. Geweldige plaat en, voor ik het vergeet: slotnummer “Soft Viking” schijnt intussen op het repertoire te staan van de grote broers van het BJO. Als je dat al bij je debuut kan zeggen, dan ziet de toekomst er bijzonder rooskleurig uit. En nu: op naar een Coronavrije zomer en de heropening van de podia!

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

label: Caramel Records

video